- Nobelprijs-winnaar Paul Krugman ziet overeenkomsten tussen de inzakkende cryptomarkt en de hypotheekcrisis in de Verenigde Staten die in 2007 begon, en leidde tot de kredietcrisis.
- In een opiniestuk in The New York Times onderbouwt de econoom deze stelling.
- Krugman waarschuwt voor het gebrek aan regulering van de cryptomarkt.
- Lees ook: Bitcoin en ether kunnen nog ontsnappen aan een ‘bear market’: dit zijn 3 dingen om in de gaten te houden, volgens experts
De Amerikaanse econoom Paul Krugman vergelijkt de cryptocrash van de afgelopen maand met de crisis rond brakke hypotheken in de VS van 2007 en 2008.
In een opiniestuk in The New York Times schrijft de Nobelprijswinnaar: “Ik zie pijnlijke overeenkomsten met de crisis aan het begin van deze eeuw.”
Krugman bedoelt daarmee niet dat de verzwakking van de cryptomarkt een bredere bedreiging zou zijn voor financiéle markten. “De omvang van de cryptomarkt is daar niet groot genoeg voor. Maar er is wel steeds meer bewijs dat de risico’s van cryptovaluta bovengemiddeld terecht komen op de schouders van mensen die niet weten waar ze aan beginnen. Particuliere beleggers die niet toegerust zijn om de eventuele nadelige gevolgen te dragen.”
De Amerikaanse hypotheekcrisis van 2007 werd uiteindelijk een mondiale kredietcrisis en zorgde voor een wereldwijde recessie. Een gigantische huizenbubbel, opgeblazen door risicovolle hypotheken, barstte en veroorzaakte een domino-effect in de economie: niet-betaalde hypotheken, huisuitzettingen, het failliet gaan van banken en afwaarderingen van de kredietwaardigheid van financiële instrumenten en instituten.
Burgers in de VS raakten hun huis kwijt en beleggers raakte opgescheept met dubieuze obligatieleningen in hun portfolio.
Cryptovaluta in handen van kwetsbare beleggers
Volgens Krugman lopen veel cryptobeleggers momenteel het risico dat ze met flinke koersverliezen opgezadeld raken, omdat ze de risico’s ten tijde van hun investering niet begrepen.
Voor de VS geldt dat beleggers in traditionele activa, zoals aandelen en obligaties, voornamelijk wit zijn en academisch geschoold. Daarentegen heeft 55 procent van cryptohandelaren in de VS geen universitaire studie gedaan. Daarnaast is 44 procent niet-wit, schrijft Krugman naar aanleiding van onderzoek van NORC. Net als in 2007 lijken de meest kwetsbare groepen zich te hebben ingelaten met relatief riskante beleggingen
Krugman noemde in het verleden de bitcoin al eens een meer voor de hand liggende zeepbel dan de hypotheekbubbel van veertien jaar geleden. Hij hekelt daarom één van de conclusies van het NORC-onderzoek: de denktank vindt het een pluspunt dat een meer diverse groep Amerikanen belegt in cryptovaluta.
“Ik herinner me de dagen waarin subprime-hypotheken werden bejubeld“, schrijft Krugman. “Het was het instrument om eigenwoningbezit onder voorheen hiervoor uitgesloten groepen te bevorderen. Later bleek dat veel van de slachtoffers van de crisis niet wisten waar ze aan begonnen waren.”
Krugman gelooft niet dat de recente neergang van de cryptomarkt dezelfde schadelijke gevolgen zal hebben als de financiële crisis van 2008, maar hij waarschuwt wel: “Als je het mij vraagt hebben de regelgevende autoriteiten dezelfde fouten gemaakt met cryptovaluta als bij de subprime-hypotheken. Ze zijn er niet in geslaagd om burgers te beschermen tegen financiële producten die niemand begrijpt. Veel kwetsbare families gaan hier een prijs voor betalen.”
Krugman verwijst specifiek naar de situatie in de VS. Uit peilingen naar het cryptobezit onder Nederlanders blijkt dat er in 2021 een sterke groei heeft plaatsgevonden. Er zijn naar schatting 1,6 miljoen cryptobeleggers in Nederland. Tegelijk komt uit onderzoek van financiële toezichthouder AFM naar voren dat het gros van de Nederlandse cryptobeleggers met relatief kleine bedragen belegt: bijna de helft heeft nog geen 500 euro in cryptovaluta gestoken.